Hotel

Koning Leopold I bouwde in Oostende een houten chalet op een verlaten duin en had zijn koninklijke residentie in de Langestraat. Hij zorgde voor de directe spoorverbinding tussen Brussel en Oostende (1838) en voor de eerste geregelde veerdienst op Dover (1846) waardoor Oostende uitgroeide tot een internationaal verkeerscentrum.

Het was echter koning Leopold II die van zijn uitverkoren verblijfplaats de "Koningin der Badsteden" maakte. De stad werd gemoderniseerd en nieuwe gebouwen rezen als paddestoelen uit de grond onder meer het Casino-Kursaal, de Wellington Renbaan, de stadsschouwburg, de Sint Petrus- en Pauluskerk en de Koninklijke Gaanderijen. Alles was klaar in 1905 dat terecht een jubeljaar werd. In die periode werd niet enkel Oostendes faarn als internationale badstad voorgoed gevestigd, maar werd ze ook bekend als kunstcentrum. In het Kursaal trad het kruim van de artiesten op voor de Europese aristocratie.

Eén van de vele projecten van koning architect Leopold II was een groot thermaal instituut te bouwen tegen de kolonnade die hij in het begin van deze eeuw had laten oprichten. In 1929 werden de plannen van de Franse architecten Flegenheimer, Bard en Garella samen met de Oostendse architect André Daniels voor dit zogeheten "Badenpaleis" goedgekeurd. Het "Badenpaleis" omvatte alles wat een kuurinstelling nodig had, zoals Hamman, slijkbaden, massagekamers met daarnaast een zwembad en een luxueus hotel met conferentiezalen. In 1933 werd het majestueuze Thermae Palace Hotel, in Art Deco-stijl, plechtig geopend door koning Albert 1 en koningin Elisabeth. Door de unieke combinatie van mineraal water en zeewater groeide dit kuurcentrum uit tot één van de belangrijkste in Europa. Talrijke adellijke families en zelfs de sjah kwamen met hun gevolg genieten van de heilzame werking van de thermale bronnen.

Het Thermaal Instituut dat heel wat te lijden had van Wereldoorlog II, werd na de oorlog als "Badenpaleis" en hotel opnieuw opengesteld. Begin jaren tachtig werd het Thermaal Instituut geleidelijk afgebouwd. Gedurende de jaren 90 werd er aan de totale renovatie van dit unieke complex gewerkt omdat een vemieuwd Thermae Palace toen als schitterende troef kon uitgespeeld worden voor het toenemende congrestoerisme.

De volledig symmetrische structuur van het gebouw bood 18 unieke en standingvolle zalen voor vergaderingen, seminaries, congressen en tentoonstellingen alsook voor recepties, feesten en spektakels tot 1000 genodigden.